QR Lijkenhuisjes en baarhuisjes.

We gebruiken bewust de naam lijkenhuisje omdat in de archieven deze huisjes ook zo worden genoemd.
Hier in Berghem noemde wij het krekelhuisje, of knekelhuisje. De naam baarhuisje komt steeds vaker voor, dat heeft enerzijds te maken met de veranderde functie van het huisje, en met het feit dat men de naam lijkenhuisje liever niet gebruikt.
De oorsprong van deze gebouwtjes ligt meestal in de 19 eeuw, toen als gevolg van de wetgeving ieder kerkhof moest zijn voorzien van zo’n huisje. Je moet het niet verwarren met het gebruikelijke knekelhuisje op de begraafplaats.
Het hoefde ook niet per se op de begraafplaats te staan, op of nabij het kerkhof, staat er in de voorwaarden.
In 1872 verscheen de ’wet tot voorzieningen tegen besmettelijke ziekten’. Een ruimte diende ingericht te worden voor tijdelijke bewaring van overledenen aan een besmettelijke ziekte.
Het huisje moest ook aan verschillende eisen voldoen, zo moesten ze van steen worden opgetrokken, en een deugdelijk waterdicht dak hebben, verder moesten er 5 baren in kunnen, die via een naar buiten draaiende deur één voor één het baarhuisje verlieten.
De wanden moesten glad zijn en witgekalkt zodat ze makkelijk konden worden afgewassen en opnieuw gewit. Er mochten in het huisje geen nissen en uitstekende delen bevinden.
De vloer moest iets aflopend zijn naar een putje.
Er moesten ook ruime ventilatieroosters aanwezig zijn.
Veel van deze kenmerken heeft het Berghems baarhuisje, met nog als extra kenmerk een originele plankendroger, het lijkt op een kapstok, daar werden de planken gedroogd die na het graven van een graf werden gebruikt om te stutten. Deze waren na gebruik vaak zeer nat, en werden dan rechtop tussen de uitstekende delen gezet om te drogen, vlakbij een ventilatiegat, wat ook in het Berghems baarhuisje aanwezig is.

Dit eenvoudige gebouwtje bezit met name cultuurhistorische waarde vanwege de vroegere functie als baarhuisje, tot stand gekomen kort na de inwerkingtreding, op 4 december 1872, van de wet tot voorziening tegen besmettelijke ziekte (artikel 12).
Het huisje werd, in de operatie tegelijkertijd met dat van de algemene Begraafplaats, op last van de burgemeester van Berghem opgericht zoals in de archiefstukken blijkt.
Baarhuisjes waren sedert de inwerkingtreding een onlosmakelijk onderdeel van een begraafplaats. De meeste van de bewaard gebleven baarhuisjes zijn vooral vanwege hun cultuurhistorische waarde als monument beschermd.
Het Berghems voorbeeld herinnert nog aan de oude situatie rond de kerk van Berghem voordat de nieuwbouw in 1900 werd uitgevoerd, die westelijk van de oude toren kwam te staan, waardoor de begraafplaats moest worden aangepast.
Een nieuw baarhuisje werd gebouwd zuid oostelijk van de kerk nabij de Sint Willibrordusstraat.