QR Hertogswetering
In 1326 was aan de inwoners van Oijen en Megen door hertog Jan III toestemming gegeven het overtollige Maaswater af te voeren via de Hertogswetering. Echter een speciaal daartoe samengesteld College van Heemraden kreeg de bevoegdheid om in de Hertogswetering een sluis (schutlaken) te leggen, die de Heemraden zouden mogen sluiten bij hoog of overvloedig water.
De Heemraden mochten “de richter” verzoeken deze wetering te schouwen zo dikwijls als zij dit nuttig achtten, ook om de sluis te sluiten. Uit een privilege van Johanna van Brabant uit 1372 blijkt dat deze “richter” de hoogschout van ’s Hertogenbosch was.
Door dit privilege kreeg ook de stad ‘s-Hertogenbosch de bevoegdheid de schout te verzoeken schouw te houden over de Hertogswetering en die te laten ruimen en open te houden, zodat het water zijn vrije loop in de Maas zou hebben.
De bevoegdheid met betrekking tot de afwatering van Oijen en Megen, verleend bij privilege van 1326, heeft door de langzame stijging van het waterpeil vooral vanaf de zestiende eeuw regelmatig tot problemen geleid. De diverse landerijen konden hun water niet lozen wanneer het schutlaken (sluis) werd gesloten.